Alex van Binsbergen heeft zijn hele werkzame leven doorgebracht op het water. Als jong jochie van 16 werd hij naar zee gestuurd, waar hij in één klap volwassen werd. Van ‘stuurmansleerling-lichtmatroos’ die iedereen aan boord in de weg liep, groeide hij uit tot kapitein op een van de meest opzienbarende schepen die ooit hebben rondgevaren. Na zijn pensionering heeft hij zich als voorzitter van de kapiteinsvereniging (de NVKK) succesvol hard gemaakt voor de wetgeving rond piraterij.
In dit boek verhaalt Alex over de vele reizen die hij maakte en de worsteling om als zeeman een gezinsleven te onderhouden. Hij is openhartig over de relatie met zijn vader, ook kapitein, en wat dat betekent heeft voor de relatie met zijn eigen kinderen. Zijn gevoelige kant komt duidelijk naar voren in de vele gedichten van zijn hand die in dit boek zijn opgenomen.